De ziekte van Alzheimer begint meestal na het 65e levensjaar en is vaak niet erfelijk. Bij 5% van de patiënten begint de ziekte al vóór het 65e levensjaar en is de oorzaak wél erfelijk. De erfelijke vorm van Alzheimer wordt veroorzaakt door specifieke mutatie's in drie verschillende genen, namelijk: amyploid prescursor protein (APP), preseniline 1 (PS1) of preseniline 2 (PS2). Deze genen worden autosomaal dominant overgeërfd. (1)

Bij dominante overerving is er sprake van één gen codeert voor de verandering. Hierbij heeft één van de ouders ook de ziekte. De kans dat kinderen de ziekte krijgen is 1 op 2 (50%). Doordat het gen dominant is komt het altijd tot uiting. In de afbeelding links hiernaast is dit ook te zien. (2)
APP is een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de groei van zenuwcellen. Het APP wordt regelmatig vervangen. Daarbij wordt het oude APP afgebroken door enzymen zoals PS-1 en PS-2. PS-1 en PS-2 kunnen APP op 2 manieren afbreken: op de ene manier ontstaat Amyloid-beta 40 als afbraakproduct, en op de andere manier ontstaat Amyloid-beta 42. Deze laatste vorm is giftiger omdat deze stof veel gevoeliger is voor samenklontering.
Bij sommige Alzheimer patiënten die de ziekte hebben door overerving wordt het APP eiwit teveel aangemaakt, bij anderen zorgen mutaties is de PS-1 en/of PS-2 genen ervoor dat deze enzymen een voorkeur krijgen om het extra giftige Amyloid-beta 42 te maken in plaats van de veel minder schadelijke Amyloid-beta 40.
De Amyloid-beta 42 eiwitten plakken na hun vorming samen tot onoplosbare draden. Deze draden kleven aan elkaar en aan stervende zenuwcellen vast en vormen zo plaques. De plaques zorgen naast het verstoren van de communicatie tussen zenuwcellen mogelijk ook voor een ontstekingsreactie in de hersenen waarbij het immuunsysteem schade aanricht aan de neuronen.(3)
Neurofibrillaire tangles zijn onoplosbare gedraaide vezels welke worden gevonden in cellen van de hersenen. Deze tangles bestaan hoofdzakelijk uit een eiwit dat Tau wordt genoemd, dit vormt een deel van de structuur van de microtubuli. De microtubuli helpt bij het transporteren van voedingstoffen en andere belangrijke stoffen van het ene deel van de zenuw cel naar de andere. Bij mensen met Alzheimer, is het Tau eiwit abnormaal waardoor de structuur van de microtubuli instort. In de afbeelding hierboven is het verschil in de zenuwcellen te zien tussen gezonde mensen en mensen met Alzheimer. (4)

Bij mensen die de ziekte op latere leeftijd (65+), waarbij de ziekte dus niet erfelijk is, worden geen genetische afwijkingen aangetoond die zorgen voor extra amyloid-beta 42. De oorzaak van de plaques ligt hier waarschijnlijk aan de verminderde mogelijkheid tot het afvoeren van het eiwit. De belangrijkste factoren die het risico op alzheimer vegroten zijn: diabetes, roken, hoge bloeddruk, weinig beweging en hart- en vaatziekten. Die factoren hebben allemaal geen direct verband met de aanmaak van Amyloid-beta, maar hebben wel een negatieve invloed op de bloedvaten, en daarmee mogelijk ook op de afvoer van het eiwit.
Het APoE-e4 gen is een risicofactor voor Alzheimer. APoE is een gen dat in 3 vormen voor kan komen: APoE-e2, APoE-e3 en APoE-e4. APoE speelt een belangrijke rol bij het transport van vetten en cholesterol via het bloed naar verschillende delen van het lichaam. Dragers van het APoE-e4 gen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van Alzheimer. (3)
(1) http://hmg.oxfordjournals.org/content/6/9/1535.long
(2) http://www.erfelijkheid.nl/erfelijkheid/autosomaal-dominante-overerving
(3) Geriatrics and Gerontology International 2003; 175–188 REVIEW ARTICLE Alzheimer’s disease: Mechanisms and development of therapeutic strategies Takeshi Tabira. National Institute for Longevity Sciences, Obu, Aichi, Japan
(4) http://www.brightfocus.org/alzheimers/infographic/amyloid-plaques-and-neurofibrillary-tangles
Maak jouw eigen website met JouwWeb